Land- en tuinbouwbedrijven moeten in toenemende mate op zoek naar andere externe financieringsbronnen, nu banken door de financiële crisis terughoudender zijn geworden met het verstrekken van leningen.

Dergelijke alternatieve financiering gebeurt al op kleine schaal, maar zal naar verwachting in omvang toenemen, zegt onderzoeksinstituut LEI Wageningen UR.

Het gaat met name om crowdfunding en zogenoemde kredietunies. Dat zijn coöperaties van ondernemers binnen een branche of regio die hun collega’s geld lenen.

Banken zullen ook sneller bereid zijn geld te lenen als de boer of tuinder ook uit deze alternatieve bronnen geld krijgt, zegt het onderzoeksinstituut.

Schaalvergroting

De agrarische sector wordt steeds meer extern gefinancierd, waarbij banken nog altijd de belangrijkste kredietverstrekker zijn. De afgelopen tien jaar is het geleende bedrag meer dan verdubbeld van 315.000 naar 700.000 euro per bedrijf.

Volgens LEI Wageningen UR is schaalvergroting de belangrijkste oorzaak. In 2000 telde Nederland nog 97.000 land- en tuinbouwbedrijven, nu zijn dat er nog 67.500. "Omdat bedrijven groter zijn geworden is er per bedrijf ook meer behoefte aan meer kapitaal", legt een woordvoerder uit. Het geld wordt vooral gestoken in innovatie en verduurzaming.

Niet te zwaar leunen op externe financiering

LTO Nederland roept banken op met nieuwe, creatieve oplossingen te komen voor de financiering van agrarische bedrijven. "We nemen als agrosector internationaal een toppositie in en de toekomstige financiering van bedrijven mag geen drempel worden om de positie vast te houden'', aldus voorzitter Albert Jan Maat.

Tegelijkertijd waarschuwt de boeren- en tuindersorganisatie de agrarische ondernemers om de verhouding tussen eigen en vreemd vermogen goed in de gaten te houden. Bedrijven die zwaar leunen op externe financiering zijn kwetsbaarder als het tegenzit.

Nederland exporteerde vorig jaar voor ruim 83 miljard euro aan agrarische producten. De landbouw- en tuinbouwsector, waarin ongeveer 160.000 mensen werken, draagt rond de 9 procent bij aan de totale economie van Nederland.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl